Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Gepubliceerd op 25-04-2022

Groenten

betekenis & definitie

SURINAME. Onder dit hoofd zullen slechts die groenten worden behandeld, welke óf werkelijk tot de inlandsche flora behooren, óf reeds zoo lang geleden ingevoerd zijn, dat ze als typisch Surinaamsch voortbrengsel aangemerkt kunnen worden.

Allerlei Europeesche groentenzaden, o.a. van kool, peulen, boonen, radijs, wortel, selderij, peterselie, sla en andijvie worden geregeld ingevoerd en verbouwd op plantages of grondjes voor eigen gebruik ofwel om ermede te venten langs de huizen. Vooral nu in de nabijheid der stad vele Britsch-Indiërs zich op de teelt toeleggen, is de groentevoorziening verbeterd, hoewel ze vaak nog zeer onregelmatig is. Van eigenlijke warmoezierderij is nog geen sprake; de cultuur heeft nog zeer in het klein plaats. Bovendien worden uit Nederland en Amerika enkele artikelen in verschen toestand ingevoerd, b.v. kool, aardappelen, bieten, wortelen. Men duidt deze ingevoerde groenten dikwijls aan met het voorvoegsel ‘ijs’; zoo spreekt men van ijskool, ijsappelen, enz., omdat ze gewoonlijk in ijs worden aangevoerd.De hier opgenoemde soorten zijn die, welke op de markt verhandeld worden of algemeen als groente bekend zijn; de boschbewoners zullen stellig nog andere bladeren of vruchten van tijd tot tijd als groenten nuttigen.

Amsoy, de bladeren van een Brassica-soort (Fam. Cruciferae). De smaak lijkt veel op dien van Hollandsche raapstelen; waarschijnlijk is het dezelfde plant; zij plant zich voort uit in Suriname gewonnen zaad; de groente wordt in het bijzonder door Chineezen gebruikt.

Antroea (= Bérangère).

Bérangère heet in de Fransche keuken aubergine. Het is de vrucht van Solanum melongena, de melanzaan-appel; hier wordt deze gewoonlijk niet langer dan 2 dM.; de in Europa gekweekte soorten hebben dikwijls veel langere vruchten. Ze worden gestoofd met melk, of gevuld met gehakt, gegeten. De vorm met ronde vruchten, met bitteren smaak, wordt speciaal antroea genoemd; de bladeren zijn bijna onbehaard, in tegenstelling met de bérangère, die viltig behaarde bladeren heeft; ze worden met olie en azijn gegeten of in soep gekookt.

Bita wiwiri, de bladeren van Cestrum latifolium Lam., (Fam. Solanaceae), worden als groente gegeten.

Gogomago, de bladeren van Phytolacca decandra L., (Fam. Phytolaccaceae) een groente, die in smaak het meest overeenkomt met Hollandsche spinazie. De plant komt in het wild voor, vooral in het Saramacca-district.

Kabbes of palmkool, is het jongste stamgedeelte met de jonge bladeren van den Koemboe-palm, den Maripapalm en ook wel van den Koningspalm. Om de kabbes te verkrijgen wordt de boom omgehakt. De lengte van het eetbare stamgedeelte bedraagt ongeveer 1 Meter. Men kan kabbes in azijn met specerijen inmaken en als zuur gebruiken, of ze stoven; men krijgt dan een zeer smakelijke groente, die wel iets lijkt op bloemkool.

Klaroen of kraroen; de bladeren van Amaranthus Blitum L., worden afzonderlijk als groente gegeten ofwel met aardappelen tot een gestampte pot gemaakt; dit gerecht doet eenigszins aan boerenkool denken. Klaroen zaait zichzelf zeer gemakkelijk, zoodat, wanneer het eens in een tuin voorkomt, het er, zonder hulp, blijft.

Okro of oker, afkomstig van Hibiscus esculentus L. (Fam. Malvaceae). De vruchten bevatten een slijmachtige stof, die in soep gebruikt wordt als bindmiddel. Ook worden de vruchten even opgekookt, en daarna koud met peper en zout als salade gegeten.

Peper, de vrucht van Capsicum frutescens L. (Fam. Solanaceae). Van peper bestaan een groot aantal varieteiten (zie CAPSlCuM FRUTESCENS). Er is een groep met ronde vruchten en een met langwerpige. De vruchten worden op azijn getrokken of versch bij de bereiding van spijzen gebruikt. (Zie verder CAYENNE-PEPER en DJOKOTAJA).

Peulvruchten. Zaad van Europeesche boonensoorten, doperwten, princesseboonen, snijboonen, enz. wordt geregeld ingevoerd. Er is ook een aantal bepaaldelijk in Suriname gekweekte of gebruikte soorten, die allen behooren tot de familie der Papilionaceae.

Wandoe. Cajanus indicus, een heester die korte peulen met 4a5 bijna ronde zaden voortbrengt. Vooral in zeer jongen toestand smaken deze goed. De kleur der zaden is lichtbruin. Ze bevatten 18% eiwit en 43% zetmeel. (Zie ook DAHL).

Sebi-jari (zevenjaarsboontje) Phaseolus lunatus L.; in Oost-Indië kratok genoemd. De plant wordt langs stokken geleid, als de Hollandsche stamboonen. De vrucht bevat blauwzuur, dat echter bij koken verdwijnt; men gebruikt de zaden half rijp. Onder koelie sebi-jari worden de zaden van Dolichos Lablab L. verstaan; deze plant heeft korte peulen, die 4 a 5 zaden bevatten; de rand der peulen is wat dikker en eenigszins gekarteld. Onder koeliepesi worden verschillende peulvruchten verstaan, o.a. de zaden van Phaseolus radiatus L. Cajanus indicus en Ervum Lens.

De Br. Indiërs gebruiken in 't bijzonder de zaden van Cajanus indicus. Al deze boonensoorten worden ingevoerd.

Kousenbanden (N.E. Kousoebanti), Vigna sinensis Savi, eveneens een klimplant met lange, veelzadige peulen. De peulen zijn recht en worden tot 40 c.M. lang; men eet de peul in stukjes gebroken en gestoofd. Eiwit en zetmeel gehalte zijn elk ongeveer 3.5%.

Djari-pesi, Vigna Katjang Walp., eveneens lange (30 c.M.) veelzadige, iets gebogen peulen. Men eet de zaden, die ook bekend staan onder den naam boontjes zonder meer.

Postelein of Bokkolille. De Surinaamsche postelein is afkomstig van Talinum racemosum L. Rohrb, (Fam. Portulacaceae) een plant, die veel in het wild voorkomt

en zeer gemakkelijk door stekken voortgeplant wordt. Ook Portulaca oleracea L. is zeer algemeen, en wordt gebruikt onder den naam van gron-posrin.

Sopropo is de vrucht van Momordica Charantia L. (Fam. Cucurbitaceae) en wordt bepaaldelijk door de Chineezen als komkommer veel gegeten.

Spinazie. Als zoodanig worden gegeten de bladeren van Basella alba L. (Fam. Basellaceae), een slingerplant. Tegenwoordig wordt ook wel zaad van Europeesche spinazie ingevoerd.

Tomaten. de vruchten van Solanum Lycopersicum L.; is een zeer geliefd artikel in de Surinaamsche keuken. De vruchten zijn in 't algemeen klein en er bestaan een groot aantal variëteiten. De voedingswaarde is uiterst gering; ze bevatten 95% water, terwijl alle andere bestanddeelen onder 1% blijven.

Taja wiwiri, de bladeren van een variëteit van Xanthosoma sagittifolium, Schott. (Fam. Araceae). De smaak doet eenigszins denken aan dien van Hollandsche spinazie.

Op Curaçao heeft men in het 2e en 3e district op verschillende ‘grondjes’ moestuintjes, welke besproeid worden door middel van windmolens, waarmede het water uit de putten wordt opgehaald. De groenten die er geteeld worden zijn giambo's (Hibiscus esculantus), komkommers, kool, snijboonen, lange kalebassen, radijs, bieten en salade. Giambo's worden in den regentijd in massa uitgeplant op de groote plantages; de opbrengst is dan in den regel uiterst gering, omdat er te veel aan de markt komen. In den drogen tijd moeten ze met zorg gekweekt worden, en komen dan alleen van het 2e district. De prijs stijgt dan wel tot 25 à 30 ct. per 100 stuks; aan het eind van den regentijd is 5 cents per 100 een mooie prijs; dikwijls blijven er duizenden onverkocht.

Boonen (PAP. Boontsji)komen op de eilanden in talrijke soorten voor; vooral op Aruba teelt men ze veel. De meeste soorten zijn rankende boonen; ze worden samen met de maïs uitgezaaid en klimmen later tegen de maisstengels op. In betaalden arbeid loont zich de boonenteelt niet. Afzonderlijke boonenveldjes ziet men slechts bij uitzondering, het zijn dan lage stamboonen uit buitenlandsch zaad. De rijpe boonen worden op het veld dagelijks ingezameld en thuis in zakken uitgedorscht. De meest bekende soorten zijn: Jamanica, wowopretoe, boontsji corra, b. mantéca, wandoe, b. di Corsouw.

Buitenlandsche boonen worden wel als snijboonen geteeld, zijn dan van zeer goede kwaliteit, doch niet geregeld verkrijgbaar.

Wandoe of pigeon-pea is van bijzonder belang omdat de heester op niet te ongunstige plaatsen jaren lang blijft leven en dragen. Inheemsche boonen behooren tot de voornaamste voedingsmiddelen der bevolking.

Op de Bovenw. Eilanden worden verschillende groenten, ook Europeesche, gekweekt, veelal tusschen andere cultures in.

< >