Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Gepubliceerd op 25-04-2022

Galli

betekenis & definitie

HOENDERS. De wilde hoenders zijn in Suriname vertegenwoordigd door 2 families, de Cracidae, bevattende de Hokkohoenders of Pauwiezen en de Boomhoenders of Marails, en de Odontophoridae, bevattende de Amerikaansche of Tandsnavelpatrijzen.

Tot de Hokkohoenders behoort Craxalector, de Powies of Powisi (AROW. Hitsi, KAR. Oeoko) een grootte, zwarte vogel met witten buik en gele washuid aan den snavel. Van de meer olijfbruine boomhoenders zijn de meest bekende de Marails, Penelope jacupeba (N.E. Boesi-krakoen) en P. marail en de Wakago, Ortalis motmot. (Wakago = loop voort, is een nabootsing van het geluid dat de vogel maakt). Tot de boomhoenders behoort ook de zwarte, van een witte kuif voorziene Pipile Cumanensis. De Cracidae zoeken hun voedsel op den grond, doch houden zich veel op boomen op en nestelen ook aldaar. De Guiaansche patrijs, Odontophorus guianensis, is in Suriname bekend onder den naam Tokro. Tot de hoenders wordt ook gebracht de Hoatzin (Opisthocomus hoazin). Zie aldaar.