Desf. Fam.
Leguminosae. Hoeproe-hoedoe of Koepa-hoedoe, N.E. Groote boom met zeer vast en taai hout. De jonge boomen leverden vroeger hoepels voor vaatwerk. Uit den stam vloeit een hars, hoepelolie, Balsamum Copaivae, genaamd, die in Suriname zelden wordt verzameld.