Vormcoëfficiënten - een aantal getallen, kleiner dan 1, die de vorm van de romp uitdrukken in verhouding tot andere, eenvoudiger gevormde lichamen of oppervlakken.
De waterlijncoëfficiënt α is de verhouding van het oppervlak O van de constructiewaterlijn tot dat van de omgeschreven rechthoek met als lengte de L.w.I. en als breedte de B.w.1. In formule:
α =0/L.w.l, x: B.w.1.
De grootspantcoëfficiënt β is de verhouding van het oppervlak x van het ondergedompelde deel van het grootspant tot dat van de omgeschreven rechthoek met als breedte de B.w.1. en als hoogte de diepgang T. In formule:
Β = x/B.w.l. x T De blokcoëfficiënt δ is de verhouding van de inhoud V van het onder waterschip tot de inhoud van het omgeschre ven blok met lengte L.w.l., breedte B.w.1. en hoogte T. In formule: δ= v/ L.w.l. x B.w.1. x T De horizontale prismatische coëfficiënt φ is de verhouding van de inhoud V van het onderwaterschip tot die van een omhullend blok met de lengte L.w.l. en als dwarsdoorsnede het grootspant.
In formule: φ =v/L.w.l. x x Deze en nog enige andere vormcoëfficiënten kunnen een indruk geven over de vorm van een jacht. Dank zij de research die op dit gebied is verricht, is thans van diverse typen jachten bekend binnen welke grenzen de vormcoëfficiënten moeten blijven. Zodoende wordt bij een modern opgezet ontwerp het tekenwerk voorafgegaan door een grote hoeveelheid rekenwerk. —Relatieve snelheid.