Pluut - platbodem vissersschip dat langzaam aan het uitsterven is. Het type kwam vooral voor aan de Oostwal van de Zuiderzee.
Op de werf van L. Oost in Harderwijk zijn vele pluten gebouwd, van ca. 9 11,50 m. De laatste pluut werd in 1946 afgeleverd. Het vlak was iets gelicht omdat er een scheg onder door liep. Een pluut heeft iets weg van een grote vispunter. De voorsteven is een rechte balk die iets valt.
De gangen komen scherp op beide stevens aan. Omdat de waterlijn zo scherp begint is de pluut een snelle zeiler. Hij was voorzien van een bun en had weinig diepgang, om aan de ondiepe wal te kunnen vissen. Bij een lengte van 9,44 m, was de breedte 2,74 m de diepgang 0,53 m het grootzeil 23,6 ma en de fok 4,7 m2.