Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Lamartine

betekenis & definitie

Alphonse Marie Prat de Lamartine (1790—1869) was een beroemd Frans dichter van voorname geboorte. Zijn moeder voedde hem op in „waarheid en goedheid”, doch zijn studies waren tamelijk middelmatig.

Na een lange reis door Italië besloot hij zich geheel aan de dichtkunst te wijden. Zijn eerste werk, een bundel van 24 gedichten (Premières Méditations poétiques), zag het licht in 1820 en deed hem aan zijn volk kennen als een dichter met een vurig geloof in God, dat grondslag en uitgangspunt vormt van zijn verheven gedachten over natuur, gezin en samenleving.

Deze gedichten maakten hem met één slag beroemd. De Franse regering benoemde hem spoedig op een diplomatieken post.

Na enige jaren verschenen nog: Nouvelles Méditations, Mort de Socrate, Dernier Chant du pèlerinage de Childe Harold, die niet minder geestdriftig werden ontvangen.In 1830 werd hij benoemd tot lid van de Académie française. Na zijn ontslag uit den diplomatieken dienst maakte hij een reis door Griekenland, Syrië en Palestina, waarvan hij de indrukken optekende in zijn Voyage en Oriënt (1835). Nadat hij tot lid van de Kamer van Afgevaardigden was gekozen, schreef hij o.a. nog twee grootse fragmenten van een helaas onvoltooid gebleven epos, een nieuwen bundel verzen en een geschiedkundig werk „1’Histoire des Girondins”, dat door zijn schitterenden stijl een overmaat van fantasie vergoedt. In de omwenteling van 1848 had hij door zijn geschriften en redevoeringen een groot aandeel. Hij nam in dat jaar zitting in de voorlopige regering als minister van buitenlandse zaken, doch de verkiezing van Louis Napoleon tot president der republiek, maakte aan zijn politieke werkzaamheid voorgoed een einde.
In de laatste jaren van zijn leven geraakte deze dichter, van wien eens gezegd is, dat hij „meer dan dichter, zelf de verpersoonlijking der poëzie was”, in bekrompen geldelijke omstandigheden, die hem noopten te schrijven ter wille van den brode. Zijn werk uit dien tijd draagt daarvan sterk de sporen. Tenslotte aanvaardde hij van de keizerlijke regering een gift van een half millioen francs, terwijl de stad Parijs een kleine villa, te Passy tot zijn beschikking stelde, zodat hij tot zijn dood van verdere zorg voor het dagelijks brood bleef gevrijwaard.