is een Perzisch woord en de titel, die door de vorsten bij de Mongolen en de Turken gedragen werd. Later namen ook de kleinere vorsten in Mohammedaans Azië dien titel aan, welke vervolgens op de voornaamste ambtenaren en de leden van de aanzienlijkste familiën in Perzië en Afghanistan overging.
De betekenis van dien titel is ongeveer dezelfde als die van het Turkse woord Pasja.