Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Bevloeiïng

betekenis & definitie

of irrigatie is voor den landbouw in vele gevallen een noodzaak.

Oorspronkelijk bebouwde de mens den bodem, zonder aan den grond de voedingszouten terug te geven, die de planten aan dezen bodem onttrokken. De gebruikte bodem verloor dan zijn plantontwikkelingskracht en de mens moest wegtrekken naar een ander deel van den aardbodem, om daar zijn voedingsgewassen te telen.

Toen er nu steeds meer mensen kwamen, werd het tenslotte onmogelijk steeds maar weer een nieuw gebied te bezetten, waar de bodem de mogelijkheden tot landbouw in zich droeg. Toen heeft men naar middelen uitgezien, om de voedingszouten, die de cultuurplanten aan den bodem onttrokken, weer aan den bodem terug te geven. Die middelen zouden er dan ook voor dienen, om gebieden, die nog niet voor landbouw geschikt waren, wèl voor cultures gereed te maken.

Zo’n middel was vooral het water.

De mens had gezien, dat de jaarlijkse overstromingen van de rivieren in bepaalde gebieden, zoals in de vlakte van den Nijl, van Euphraat en Tigris, van de Ganges en vooral in het Rode Bekken in China, het hem mogelijk maakten steeds maar door hetzelfde stuk grond te bewerken. Deze geregeld terugkerende overstromingen brachten dus dat, wat de planten aan den bodem onttrokken, weer terug.

Maar deze rivieroverstromingen waren nu eens overvloedig, dan weer gering, nu eens vroeg in 't jaar, dan weer wat later. Er moest dus regelend ingegrepen worden in deze „wilde bevloeiïng”; ze moest geleiden uitgebreid worden over veel grotere uitgestrektheden dan oorspronkelijk het geval was.

Vaak wordt dan in de rivier een stuw gelegd en het opgestuwde water verzameld in een bekken; van hieruit gaan kanalen en vanuit deze weer kleinere kanalen en kanaaltjes naar de velden.

Al deze onderdelen zijn door sluisjes van elkaar gescheiden en zo heeft de mens de gehele wateraf- en -aanvoer in de hand.

Steeds worden de kanalen enz. in de stroomrichting van de rivier gelegd, het water stroomt dan vanzelf af.

In Egypte is men al vroeg begonnen met regularisatie van de wilde bevloeiïng door den Nijl.

Dit bracht noodzakelijkerwijze mee, dat er een nauwe band moest ontstaan tussen Noord- en Zuid-Egypte, opdat gezamenlijk, onder een centrale leiding, de overstromingen van den Nijl zouden worden geregulariseerd en uitgebreid. We kunnen dan ook het ontstaan van den Egyptischen staat voor een groot deel terugleiden tot deze behoefte.

In de oude rijken Arabië en Syrië en in de Aziatische landen met sterken regenval — Indië, China en Japan — paste men al vroeg kunstmatige bevloeiïng toe, terwijl ook de bevloeiingswerken der Spanjaarden, Gothen, Moren enz. bekend geworden zijn. De bevloeiïng van gras- of bouwland in het oude Rome heeft niet zoveel te betekenen.

Dat op ons Java zo’n dichte landbouwbevolking kan leven, is zeker voor een niet gering deel te danken aan de volmaaktheid, die de bevloeiïng van de sawah’s, de rijstvelden, hier bereikt heeft.

Schitterend liggen de geterrasseerde velden langs de berghellingen en een kunstig systeem van kanalen en verdeelsluisjes zorgt, dat het water van de kleine bergrivier over alle velden stroomt en hun allen. datgene geeft, wat onvoorwaardelijk noodzakelijk is, om de gewassen te kunnen vóórtbrengen, die den mens de levensmogelijkheden bieden.

In ons land werden vroeger de gronden aan weerskanten van de beekjes onregelmatig overstroomd. In de laatste jaren is men ook deze bevloeiïng gaan regelen en uitbreiden. Voorts heeft ook de Ned. Heidemaatschappij vele bevloeiingswerken ter hand genomen.

< >