is het tegenovergestelde van stellingsoorlog. Bij den eersten vorm van oorlogvoeren, die in de meeste vroegere oorlogen werd toegepast, zijn de fronten kort.
De bevelhebbers van beide partijen trachten op het beslissende ogenblik de gunstigste positie in te nemen, zowel ten opzichte van het terrein als met het oog op de zwakste punten der vijandelijke frontlinie. Dit juist manoeuvreren is een hele kunst, die men „taktiek” noemt.
De hoofdzaak is hierbij, den vijand te misleiden omtrent de eigen bewegingen en opstellingen.Bij den stellingsoorlog, een vorm van oorlogvoeren, die voor het eerst in den Boerenoorlog werd toegepast en zich later na den slag aan de Marne in den Groten Oorlog meer algemeen heeft ontwikkeld, zetten de beide vijandelijke legers zich in loopgraven vast, zodat de fronten veel langer worden. Gedurende den wereldoorlog liepen de loopgraven welhaast van de Noordzee tot aan de Alpen.