Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Pas- of Schietlood

betekenis & definitie

PAS- of SCHIETLOOD. (Het) Is een werktuig der Bouwkunde, waardoor de loodregte lijnen gevonden worden.

Verschillende beteekenissen van dit kleinood.

1. Het paslood vermaant ons, ons in de aangewezene posten loodregt te houden, eerlijk te wandelen, ons steeds voor den geest te brengen, dat de loodlijn en de water-paslijn niet slechts uitsluitend de zinnebeelden daarstellen van den regten en dus besten weg, maar dat zij ook steeds den kortsten en dus besten weg ten goede aantoonen.
2. Het paslood is het beeld van een schoon en voegzaam levensplan, en waarschuwt als een toonbeeld (typically), ons voor elke afwijking van loodregt gedrag, in al onze, zoowel bijzondere als openbare handelingen en verrigtingen.
3. Het paslood herinnert ons, opregt en loodregt onze roeping te vervullen, naar geene zijde af te wijken, en de schaal der geregtigheid in evenwigt te houden, te wandelen op den regten middelweg, tusschen matigheid en zwelgerij; de diepte onzer beperkte vermogens te peilen en onze menigvuldige driften en vooroordeelen der opvoeding, met de lijn onzer verpligtingen loodregt te maken en in hetzelfde punt te doen vallen.
4. Even als bij eenig bouwwerk de Opzieners den arbeid der Gezellen en Leerlingen vaak met het waterpas onderzoeken, zoo moet de eerste Opziener volgens de regelen der Orde onderzoeken, of de BB. bij den zedelijken bouw hunne pligten betrachten.

Vr. Wat beteekent het paslood?

Antw. Even als een metselaar bij zijnen arbeid steeds het paslood in handen moet hebben, om het gebouw duurzaam te maken, zoo moet, op gelijke wijze, de tweede Opziener naauwkeurig acht geven, dat de BB. op den weg der deugd en regtuit voortgaan, en hunne pligten jegens de Orde getrouw vervullen.

< >