Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Grossinger, (Frans Mattheus)

betekenis & definitie

GROSSINGER, (FRANS MATTHEUS) die in 1752 geboren werd, en onder den valschen naam van F.R. VON GROSSING vele bedriegerijen heeft gepleegd, stichtte, om de ligtgeloovigen des te beter op te ligten, in het laatste gedeelte der vorige eeuw, eerst de Rozen-Orde (zie dat Art.), en, toen zijne bedriegerijen ontdekt waren, onder den naam van Lord STAFF, de Harmonie-Orde; beide gingen echter spoedig te niet. Over dezen persoon bestaat een werkje van FRIEDRICH WADZECK, getiteld: Leben undschicksale des berüchtigten F.R. VON GROSSING. Frankf. und Leipzig 1789, kl. 8vo., zonder naam van uitgever.

< >