GETALVERHOUDING. Getalverhoudingen en meetkundige figuren zijn in dingen en gedachten volkomen hetzelfde. De sterren zijn naar getalverhoudingen geregeld, bare banen zijn geometrische figuren. De stof, uit welke de menschelijke ligchamen zijn zamengesteld, is naar bepaalde arithmetische verhoudingen vermengd. Andere verhoudingen heerschen in dieren- en plantenligchamen.
De levende ligchamen, zoowel als hunne kleinste deelen, hebben meetkundige gedaanten, die van hare arithmetische betrekkingen afhangen. De muzikale betrekkingen, die des menschen geest zoo sterk in beweging brengen, die hem de reinste verrukking verschaffen en hem in eenen bovenaardschen toestand kunnen verplaatsen, zijn arithmetische verhoudingen. De snaren eener lier, eener harp, die de grondtoonen bevatten, vormen geometrische lijnen in bepaalde verhoudingen tot elkander. Alle schoonheid, alle harmonie berust op getalverhoudingen. De magtige, schoone bouwkunde, die zoo veel tot beschaving der menschheid heeft bijgedragen; berust op de zorgvuldigste aanwending der meetkunde. Bij den harmonischen, eeuwigen loop der sterrenbanen liggen de muzikale verhoudingen tot grondslag.
Kortom, alles, alles in de zedelijke, zoowel als in de ligchamelijke wereld, is getal en vorm. Het grondgetal, de bron van alle harmonie en schoonheid, is de Godheid (Zie verder het Art. GETALLEN).