Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Bouwheeren

betekenis & definitie

BOUWHEEREN. Zie AFRIKAANSCHE BOUWHEEREN. Ter aanvulling van het vorige art. dient, dat die vereeniging in Silezië een groot gebouw had doen daarstellen, waar het Hoofd-Kapittel gehouden werd, en dat van eene boekerij en van eene scheikundige werkplaats voorzien was, terwijl de vereeniging jaarlijks een prijs uitreikte, voor het best geschreven stuk over de Vrijmetselarij.

< >