Wat is de betekenis van aanneming?

2019
2023-03-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanneming

aanneming - Zelfstandignaamwoord 1. het aannemen (van een werk, een levering, aanbesteding 2. aannemen van een persoon als (of tot) zoon of dochter, adoptie Woordherkomst Naamwoord van handeling van aannemen met het achtervoegsel -ing Verwante begrippen aanvaarding, acceptatie, ontvangst

Lees verder
2017
2023-03-20
Financiële begrippenlijst

Rombouts Advies (2017)

Aanneming

Een aanneming is een opdracht tot uitbesteding van werkzaamheden tegen een overeengekomen prijs en een tevoren bepaalde levertijd.

1955
2023-03-20
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

AANNEMING

betekent bij Katholieken meestal de eerste H. Communie van de kinderen. Zij noemen dit wel „klein-aannemen”, terwijl zij onder „grootaannemen” meer de plechtige hernieuwing der doopbeloften verstaan. In de Protestantse Kerken is aanneming de toelating tot de openbare belijdenis van het geloof en tot de viering van het Avondm...

Lees verder
1950
2023-03-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanneming

v. (-en), daad van aannemen in verschillende betekenissen; inz. betreffende het aannemen van een werk, een levering; vand.: aanbesteding: hij heeft een mooie aanneming.

1949
2023-03-20
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Aanneming

bij Prot.: het opgenomen worden in een kerkgenootschap.

1947
2023-03-20
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Aanneming

is in het Protestantisme het als lidmaat in een kerkgenootschap opgenomen worden na het ontvangen van godsdienstonderwijs, een onderzoek naar de verworven kennis en het afleggen ener geloofsbelijdenis. Op de aanneming voor de kerkeraad volgt de openbare bevestiging en de viering van het Avondmaal. Bij de Doopsgezinden valt de aanneming samen met de...

Lees verder
1930
2023-03-20
Jozef Verschueren

Jozef Verschueren (1930)

aanneming

('a.n) v. (-en) het aannemen inz. 1. het aannemen (2) in biezondere gunst, alleen in de uitdr. met, zonder des persoons. 2. het aannemen (23) van een werk : een doen; bij -.

Lees verder
1916
2023-03-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanneming

aan'neming, v. (-en), daad van aannemen in verschillende betekenissen; m.n. betreffende het aannemen van een werk, een levering; vandaar: aanbesteding: hij heeft een mooie —. Aanneming is een overeenkomst tot het verrichten van arbeid, waarbij kenmerkend is dat deze strekt tot een bepaald stoffelijk resultaat, zonder dat er sprake is van een verhou...

Lees verder
1916
2023-03-20
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Aanneming

Aanneming - het op zich nemen van een werk of eene levering op bepaalde voorwaarden. 1) Aanneming van werk: de overeenkomst, waarbij de eene partij op zich neemt eenig werk te verrichten al of niet met bijlevering van materiaal, tegen een bepaalden prijs, en de andere partij, de aanbesteder zich verbindt dezen prijs te betalen. De prijs kan zijn be...

Lees verder
1898
2023-03-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aanneming

Aanneming - v. (-en), de daad van aannemen in verschillende beteekenissen: de verbintenis betreffende het aannemen van een werk, eene levering; aanbesteding: hij heeft eene mooie aanneming.

1856
2023-03-20
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Aanneming

z.n.v. - Werving, in-dienst-neming. Er heeft nog geen aanneming van volk plaats gehad.

1844
2023-03-20
Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Aanneming

(De) (Inwijding, Receptie, Initatie) is de toelating van eenen Profaan in de Broederschap, naar van ouds voorgeschrevene vormen en gebruiken. De daarvoor te storten toelagen in de Loge-kas zijn verschillend, en rigten zich naar de plaatselijke omstandigheden; hoc geringer deze zijn, en hoe strenger eene Loge bij de keuze harer nieuwelingen handelt,...

Lees verder