[Lat.= o.a. gif]
1 zeer kleine deeltjes, bestaande uit kernzuren, die zich alleen in levende cellen kunnen vermeerderen, waarbij deze meestal te gronde gaan; virussen verwekken op deze wijze diverse ziekten bij planten, dieren en mensen;
2 (comp.) met kwade opzet gemaakt programma dat zichzelf aan een ander programma hecht of zich naar een verborgen sector van de schijf kopieert en vervolgens actief wordt, waarna het schade aan kan richten (bijv. het wissen van bestanden).