[Gr. salamandra]
1. (dierk.) naam voor vele soorten uit de orde der salamanders;
2. vuurgeest (de alchemisten geloofden dat de salamander in vuur leefde); wellicht vandaar;
3. bep. type kachel, van binnen met vuurvaste steen bekleed, vroeger veel als huiskachel gebruikt;
4. (cul.) gasoventje waarin gegratineerd wordt;
5. beboterd sneetje brood dat even in een oven verhit is; ook: gebakken broodkruim.