Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Prisma

betekenis & definitie

[VLat., van Gr. prisma, prismatos = gezaagd ding, van prizein = zagen] (wisk.) lichaam met een grond- en een bovenvlak die gelijk en evenwijdig zijn, en zoveel zijvlakken als grond- en bovenvlak zijden hebben; spec.: driezijdige kantzuil van geslepen glas.

< >