[Fr. polanser] [i]ww
[/i]1 (chem.) zich vasthechten van een gas dat bij elektrolyse vrijkomt op een der polen;
2 (nat.) de trillingen van lichtstralen (die normaal in alle mogelijke vlakken loodrecht op de voortplantingsrichting plaatsvinden) slechts in één vlak, het polarisatievlak, doen plaatshebben;
3 (fig.) polarisatie (bet. 2) ondergaan of doen ondergaan.