Werkwoorden vervoegen
polariseren
Tegenwoordige tijd polariseren
Ik polariseer
Jij polariseert
polariseer
U polariseert
Hij/Zij/Het polariseert
Wij polariseren
Jullie polariseren
Zij polariseren
Verleden tijd van polariseren
Ik polariseerde
Jij/U polariseerde
Hij/Zij/Het polariseerde
Wij polariseerden
Jullie polariseerden
Zij polariseerden
Voltooid deelwoord van polariseren
gepolariseerd
Tegenwoordig deelwoord van polariseren
polariserend