Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Nominaal

betekenis & definitie

afk. nom. [Fr. nominal, van Lat. nominalis = tot de naam behorend]

1 (taalk.) het naamwoord (nomen) betreffend, naamwoordelijk; nominale zin, zin zonder werkwoord;
2 de naam betreffende, naar de naam; appèl nominaal, het aflezen van de namen van de leden op een vergadering i.v.m. aanwezigheid;
3 in naam (maar niet in werkelijkheid); nominale waarde, waarde van effecten of andere geldswaardige papieren, zoals die bij de uitgifte bepaald is, ongeacht de koers van het ogenblik; nominaal inkomen, inkomen zoals het in geld luidt, tegenover reëel inkomen dat de koopkracht aangeeft (i.v.m. de inflatie).

< >