[Fr. manchette, van manche z.a.]
1. verlengstuk van een blouse- of hemdsmouw;
2. smalle strook bedrukt papier om de stofomslag of de band van een boek;
3. verbindingsstuk tussen pijpen, meestal van rubber, voor lucht- of waterdichte afsluiting;
4. omhulsel van papier of van een andere stof voor de onderkant van bloemboeketten;
5. schuimkraag op bier.