Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Lactose

betekenis & definitie

[gevormd door de Franse chemicus Berthelot (1827-1907) van Lat. lac = melk, en -osus = vol van] melksuiker, een disacharide [zie sacharide] opgebouwd uit één molecule glucose (z.a.) en één molecule galactose (z.a.). Men onderscheidt α-lactose en β-lactose.

Alfa-lactose wordt vnl. in de melkklieren van zoogdieren en dus ook van de mens gevormd en is een bestanddeel van melk. Bèta-lactose is veel zoeter en beter oplosbaar dan alfa-lactose en dient daarom vnl. ter bereiding van dieet-voedsel.