Wat is de betekenis van lactose?

lactose - Zelfstandignaamwoord 1. (voeding) (scheikunde) C₁₂H₂₂O₁₁ is een suiker die o.a. in melk voorkomt en is minder zoet dan sacharose en glucose Woordherkomst afgeleid van het Latijnse lac (melk) met het achtervoegsel -ose Synoniemen melksuiker

[gevormd door de Franse chemicus Berthelot (1827-1907) van Lat. lac = melk, en -osus = vol van] melksuiker, een disacharide [zie sacharide] opgebouwd uit één molecule glucose (z.a.) en één molecule galactose (z.a.). Men onderscheidt α-lactose en β-lactose. Alfa-...

(laktose) melksuiker

Lactose is één van de vele soorten suiker. Ze wordt gemaakt van melk en is veel minder zoet dan de gebruikelijke riet- en bietsuiker. In de homeopathie wordt lactose of melksuiker gebruikt voor het potentiëren van stoffen die niet op te lossen zijn.

(C12H22O11) melksuiker, disaccharide. Komt voor in melk, gemiddeld 4,6%,➝ koolhydraten.

melksuiker

melksuiker, een disaccharide die in koemelk voorkomt en bij hydrolyse (door koken of door de werking van het enzym lactase) splitst in glucose of galactose.

C12H22O11, is een disaccharide (z. Melksuiker).

v., melksuiker (in de melk van zoogdieren).