[v. MLat. labialis = de lip betreffend, van Lat. labium = lip)
I zn
1 lipklank, d.w.z. medeklinker die geheel of voornamelijk met de lippen wordt gevormd. De Ned. medeklinkers b, p en m worden met beide lippen gevormd en heten bilabialen, i.t.t. de medeklinkers f, v en w die labiodentalen heten omdat ze met onderlip en boventanden worden gevormd;
2 orgelpijp met lipwerk;
II bn met de lippen gevormd.