Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

-iet

betekenis & definitie

[Fr. -ite, van Lat. -ita, van Gr. [i]-itès]

[/i]1 uitgang met bet.: behorend bij of verbonden met, in persoonsnamen vaak: inwoner van, afkomstig van, aanhanger van (bijv.: Israëliet, preraphaëliet);

2 in namen van bep. fossielen, mineralen, suikers, explosieven, handelsartikelen (resp. bijv.: ammoniet, antraciet, dulciet, dynamiet, eboniet);

3 (anorganische chem.) zout van zuur met minder dan normaal aantal zuurstofatomen (-igzuur) (bijv.: natriumsulfiet, zout van zwaveligzuur, vgl. -aat).