[Fr. exploiter, van Lat. explicitare, frequentatief van explicare; zie expliceren]
1 iets dat men bezit gebruiken om er financieel voordeel uit te trekken, het winstgevend te maken; ontginnen (bijv.: stuk grond, mijn); een bedrijf in werking stellen en houden (bijv.: bioscoop);
2 iemands arbeidskracht, diensten, goedgelovigheid misbruiken door uitbuiting;
3 (jur.) exploten doen, betekenen.