[Fr. dragée, volgens sommigen van Gr. tragèmata = dessert van vruchten en gebak]
1 (med.) met suiker omgeven pil van een geneesmiddel (dat ongeglaceerd onaangenaam zou smaken);
2 pit van amandel, perzik, abrikoos e.d. overtrokken met suiker; met suiker overtrokken versnapering, met chocolade, likeur e.d. gevuld.