[zie atomisme] kleinste deeltje van de stof dat (met gewone laboratoriumhulpmiddelen) niet meer deelbaar is. Het bestaat uit
a een kern, samengesteld uit een aantal positieve protonen en neutronen;
b daaromheen een ruimte, bevolkt met een even groot aantal negatieve elektronen als protonen in de kern zodat het atoom als geheel elektrisch neutraal is.