(< Gr. — kruipen; — pool; = weg). Bij de beweging van een vast lichaam om een vast punt heet herpoolhode (Holl. vaste poolkegel) de meetkundige plaats van de lijnen in de ruimte, waarmee de ogenblikkelijke draaiïngsas achtereenvolgens samenvalt.
Deze as, als lijn van het lichaam beschouwd, „kruipt” over den vasten poolkegel. Taalkundig juister ware herpopoolhode. Het woord is afkomstig van Poinsot (1777—1859).