( < Lat. coniugare — eig. onder één juk brengen; vd. verbinden). Lett.
Onderling verbonden. Math. op bepaalde wijze aan elkaar toegevoegd, bij elkaar behorend. Vb.1) Geconjugeerde middellijnen van een ellips of hyperbool. Deze komen onder den naam reeds bij Apollonios (3e eeuw v. Chr.) voor. De Lat. vertaling diametri coniugatae (o.a. bij Joh. de Witt (1625—1672)) leidde tot de uitdrukking toegevoegde middellijnen.
2) Cauchy (1789—1857) noemde de getallen a + bi en a — bi conjugués, waarvan ons woord toegevoegd complex is afgeleid.