(Lat.; ook: decimánus = tot het tiend behorend, tiendplichtig; subst. tiendpachter; < décimus = tiende). Als landbouwterm betekende decumanus of volk decumanus limes (Lat. limes = grenslijn) een van het Oosten naar het Westen getrokken grenslijn.
Vd. de betekenis: lijn Oost-West in het vlak van de horizon; → cardo.