(= Fr. polariser; → polair; of afgeleid van Gr. polein = draaien). Een bepaald ,,gericht-zijn” veroorzaken; b.v. door verschuiving van electrische ladingen of magneetpolen, of door licht te doen trillen in evenwijdige vlakken met een bepaalde richting.
Het laatste verschijnsel werd het eerst ontdekt en wel door Huygens (1629=-1695) bij draaiing van een dubbelbrekend kristal; vandaar misschien de naam.