Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Geertruida

betekenis & definitie

v

Tweestammige Germ. naam waaraan moeilijk een scherp omlijnde betekenis te hechten is: het eerste deel, Ger-, betekent ‘speer’ (zie -ger-), het tweede deel kan verwant zijn met Du. Drude ‘tovenares'. Daarmee is er ook verband met de naam van een Walkure, een van de godinnen van het slagveld en de overwinning. In dit geval is de oorspr. betekenis ‘kracht' mogelijk. Ook kunnen we voor het tweede lid denken aan Du. traut 'geliefd', uit Oudhoogduits trut, Middelnederlands druut (zie -trud). Reeds in de middeleeuwen is het een zeer populaire naam in W.-Europa, vooral door de heilige Gertmdis, geb. in 626 als dochter van Pippijn van Landen.

Zij stond bekend om haar grote bijbelkennis. In 652 werd zij abdis van Nijvel in Waals, Brabant; gest. 659; kerk. feestdag: 17 maart. Vanuit de z. Nederlanden verbreidde de populariteit van deze heilige zich. In de periode waarin er nauwe handelsbetrekkingen tussen Vlaanderen en Engeland bestonden, kwam de naam ook naar Eng. Voordat men op reis ging, dronk men elkaar St.Geerteminne toe voor een behouden terugkeer (vgl.

Melis Stoke in zijn 'Rijmkroniek'; “Hi seide: hier inne / salie u Sinte Gherde minne geven, / eer wi hene riden". Zie over Geertruida ook: J. A. Huisman in Meded. Naamk. XXXIV (1958), 135e.v.

< >