Anas crecca Linnaeus 1758. Houttuyn 1763 gaf voor Linnaeus' 28e Eend, Anas Querquedula, de N naam Winter-Taling, en voor Linnaeus' 32e Eend, Anas circia, de N naam Zomer-Taling.
De vraag is, of de wetenschappelijke namen van Linnaeus en hun omschrijving wel zorgvuldig en éénduidig zijn. Maar ten aanzien van de N namen kan nauwelijks verwarring heersen, omdat de Zomertaling in de Lage Landen inderdaad een typische zomervogel is en de Wintertaling vooral in het winterhalfjaar talrijk voorkomt. Ook in Frankrijk liggen de verhoudingen zo, en daar heten de vogels dan ook Sarcelle d’hiver en Sarcelle d’été [F hiver 'winter', verwant met N hibernatie 'winterslaap' en Lat hiems 'winter'; vgl. sub Wintereend; F été 'zomer']. B&O 1822 gebruiken de naam Wintertaling (naast Schijftaling en Franse Taling) voor Anas crecca. Zie ook Taling.
