Gepubliceerd op 16-11-2020

Vliegenvanger

betekenis & definitie

Algemene benaming voor een viertal in N voorkomende soorten uit de geslachten Muscicapa en Ficedula. Fries Miggesnapper, achterhoeks Vlegenvanger.

Zie ook Fe(r)nienfreter. D Schnäpper <Fliegenschnäpper (vgl. sub Vijgensnip), voordien Fliegenfänger.Mnl vlieghenvangher komt voor in jvM c.1266: vs.2682 Want hi al bi vlieghen levet, Ende gaept wide daer hise hevet, So datter hem in die kele Te samen dicke vlieghen vele:

Dies heetmenne muscicapa, Dats vlieghenvangher in Dietsche wel na.

ETYMOLOGIE N Vlieg <mnl vliege; achterhoeks/ limburgs Vleeg; mnd vlege; D Fliege <mhd vliege, vliuge, vleuge <ohd fliege, fliuga, flioga; E Fly <middelengels flie <oudengels flëoge; noors/ zweeds/ferners/ijslands Fluga, deens/noors Flue <oudnoords fluga; fries Mich (=VliegMuscidae) is niet verwant, maar fries Flie (=Mensenvlo Pulex irritans) vermoedelijk wel. Vlieg is afgeleid van het ww. vliegen (zie sub Vliegende Krodde) en Vlo (vermoedelijk) van het ww. vlieden. vanger: van N ww. vangen <mnl vaen <ohd/ gotisch fahan <idg *pank (Klankwet nr.7).