Friese volksnaam voor de Zomertaling ←. De Vries 1912 geeft: "Skiertjilling, Skierdoper ef Skierdöbber." Fries skier hier 'grijs', naar delen van het kleed van het Het woord -doper is afgeleid van het friese ww. dobberje 'dobberen, drijven': de Zomertaling is een niet-duikende Eendensoort, die dus constant (hoog) op het water drijft.
Voor de etymologie van skier zie dievan schier sub Schierling.