Gepubliceerd op 16-11-2020

Schollevaar Scholvaar Scholver

betekenis & definitie

Oude N namen voor bepaalde duikende watervogels, meer bepaald volgens Aldrovandus, geciteerd in Houttuyn 1763 (p.133), voor de Duikers ←. Scholver maakt echter deel uit van de vogelnaam Aalscholver ←; de daar besproken etymologie maakt aannemelijk dat deze vogelsoort ook de referent van de in het lemma genoemde namen moet zijn.

De friese equivalenten worden gespeld met Sk-: Skolfer en Ielskolfer; helgolandfries Klewskarwer (klew 'klif') [De Vries 1912 p.32]. Vgl. ook Scherfie, ScherfwaardenSkoar.

ETYMOLOGIE N/westvlaams Scholver, Scholverd, Schollevaar1,2 [WVD; vD 1904/70] <mnl Scolfaren12, scolfern (ook scolcaert), scollevaer [NEW 1992; vDE 1993]; fries (Iel)Skolfer, helgolandfries Skarwer (<Skoarwer); mnd scalvaron2 (na dissimilatie uit scarvaron 'waterduiker'), Scalvern, Scharbe(n), Schulver(e)n (Stettin) [HG 1669 (1555), Houttuyn 1763 p.115] (gelatiniseerde vorm?); oudengels scealfr (=Mergus) [Gurney 1921 p.28] en scealfor [Lockwood 1993 p.47] hebben mogelijk ook zo'n dissimilatie ondergaan, gezien oudengels scrxb [FWH].

Het resterende deel (na aftrek van het suffix of tweede deel van de ss.) komt overeen met andere namen voor Aalscholver zoals D Scharbe (<ohd scarba, scarva [Wahrig], E Scarf, Scart, Scarth (1450), zweeds/noors/deens Skarv en ijslands Skarfur <oudnoords skarfr 'graculus carbo' ('Aalscholver') (ook: 'scherf'), zij het dat hier de klinker een korte a is. De vormen met korte o zouden ingweoonse vormen kunnen zijn, zoals ook Rot (naast Rat Rattus), docht 'dacht' en brocht 'bracht'. Ook de klinker in oudengels scrxb kan als ingweoons gepalataliseerde a gezien worden (Klankwet nr.24).

Germ *skarb<idg *skerbh-, skorbh(of *skerp-, skorp-3) <idg *(s)ker, *(s)kor 'schreeuwen, schor' [NEW sub reiger]. Vgl. sub Raaf. Vgl. ook sub Scharluip en Scharrelaar, waar een andere idg wortel van toepassing is.

De uitleg is dus dat de vogel genoemd is naar het schreeuwend, krijsend, schrapend geluid dat hij in de broedkolonie maakt (vgl. oudnoords skrafa 'babbelen, kletsen'; en in dit verband wordt ohd scarba, letterlijk Krächzer, 'krasser' genoemd [AEW; NEW; vDE]).

Vanwege het geluid, maar ws. vooral ook vanwege de zwarte veren, lopen de namen van Aalscholver en de Kraaiachtigen vaak samen. Men ziet dit in de wetenschappelijke naam Phalacrocorax (letterlijk: kaalkoppige Raaf), in de N volksnaam Waterraaf, D Krähenscharbe 'Kuifaalscholver', in F Cormoran (1550) <mf cormorant (1374) <oudf corpmarenc (=corbeau marin = 'zee-raaf'; idem catalaans corb mari, mv. corbs marins, portugees Corvo-marinho, Lat corvus aquaticus bij Plinius [Coomans et al.] (vgl. Lat Corvus 'Raaf'; zie ook sub Woudraaf), Gr kaloumenos korax bij Aristoteles [Wilms], in lets Jüraskrauklis (Krauklis ='Raaf') en in de oudere poolse naam Kruk-Wodny (pools Kruk 'Raaf') [Houttuyn 1763 p.115]. Vandaar dat het aantrekkelijk zou zijn als een meer direct verband tussen germ *skark-/skarf(of misschien *skarw-?4) en Lat Corvus 'Raaf' gelegd kon worden; de anlaut en de klinkers in deze beide woorden verzetten zich daar niet tegen: vgl. Klankwet nr. 10.

Lockwood 1993 postuleert idg *Krop (geluidsnabootsing van de roep!) 'Raaf'; hiermee zou, met voorgeschoven s en met metathesis van de r, germ *skarf"Waterraaf" overeenkomen.

1 Het gedeelte schol in Schollevaar en Aalscholver is na r > l-wisseling ontstaan uit de idg wortel *s)ker; het is etymologisch niét verwant met hetzelfde stukje schol in Scholekster, dat van de idg wortel *(s)kel stamt (betekenissen 'schreeuwen' versus 'schelp') (vgl. sub Scholekster). Een vergelijkbare r > l-wisseling vond plaats in het woord N Schallebijter, vlaams Schal(l)eboot(s)e 'Loopkever Carabus' (<F Escarbot <Lat Scarabaeus). De vis Schol Pleuronectes platessa L. 1758 is steeds niét in het geding.
2 De uitgang -er, -aar, -are of -aron is mogelijk terug te voeren op het woord voor 'Arend' ←.
3 Wil germ i op idg p aansluiten, dan moet de zgn. Wet van Verner gelden (zie Verantwoording: Termen). Na dep kan eventueel de klemtoon komen te liggen, omdat op het woord nog twee lettergrepen aansluiten met de betekenis van '-arend' (zie noot 2).
4 Er zijn enkele formele parallellen met germ *sparwa'Huismus, Spreeuw', zoals een slot-/ in dialectisch Spreef 'Spreeuw' (vgl. oudnoords Skarfr), apocope van de slotmedeklinker (in oudnoords Spörr en fries/dialectisch Skoar 'Nonnetje') en de formatie van -rb <-rw in het D (Sperber en Scharbe) (een vergelijkbare overgang (-r/ <-rw) ook in het N, zoals in (dial.) mur/, nerf en verf).