Gepubliceerd op 16-11-2020

Havuk, Havk

betekenis & definitie

[FWH; AEW; ViF; De Vries 1928]. Een oudere N naam luidt Duivenvalk ←; het motief komt overeen met D Taubenhabicht [Schlegel 1844], deens Dueh0g en zweeds Duvhök; het zijn toepasselijke namen, want Duiven behoren tot de prooidieren van de Havik.

Noors Hauk komt in spelling exact met de friese naam overeen. Noors H0nsehauk is letterlijk 'Hoenderhavik'; ijslands Gashaukur, E Goshawk1 (<oudengels goshafoc; oudengels hafoc, heafoc) en ohd ganshabuh zijn letterlijk te vertalen met 'Ganzenhavik'. Ze veronderstellen een veel te grote natuurlijke prooidiersoort; Lockwood 1993 denkt dan ook dat het Valkenierstermen zijn voor Havikken, of eerder nog Slechtvalken, die getraind zijn voor de Ganzenjacht. Het element Gas 'Gans' in oudnoords Gashaukr (het is niet met zekerheid bekend welke exacte soort bij deze naam hoort) zou door de Vikingen in Engeland zijn opgepikt.

De 'scandinavische' naam Haukr (<oernoords *habukaR) wordt in werkelijkheid op nogal wat soorten toegepast. Het verst daarin gaan de Finnen, die het uit het noordgerm geleende Haukka (ook Havukka en Havikka [AEW]) op meerdere Roofvogelsoorten toepassen; inderdaad óók op Kanahaukka (letterlijk 'Hanenhavik' of 'Hoenderhavik'), fins voor Havik. Ests (verwant met het fins) Haukas, maar officiële naam voor de Havik: Kanakull.

Germ *habuka[Wahrig 1992; NEW 1992], *havukaz [Lockwood 1993] of *hafuka[Suolahti 1909; FWH] zijn reconstructies die het zgn. vogelsuffix -uk bevatten (zie Verantwoording: Termen, subsuffix).

NEW, AEW, VT, WNCD 1980 en Vasmer [Wilms 960516] zien verwantschap met de R naam Kobets 'Roodpootvalk'. Daarbij gaan zij ervan uit dat de eerste -ain *havukaz kort uitgesproken werd (in dat geval kan Klankwet nr. 10 eventueel van toepassing zijn) en dat de tweede medeklinker uit idg bh voortkomt (zodat daar Klankwet nr.1 geldt). Wanneer men dan *havukaz omzet naar het idg, krijgt men *kobhugoz. R Kobets en pools Kobuz lijken hier wel iets op (de K hierin is ws. onvoldoende palataal van karakter om klankwettig in de slavische talen tot een sisklank te leiden), en dan zou men in deze slavische talen verder kunnen zoeken naar een eventuele oerbetekenis. {Pools Kobczyk, R Kobtsjik en servokroatisch Vjetrusa kopcvic staan alle voor één en dezelfde soort van Valk: de Roodpootvalk Falco vespertinus. F Faucon kobez 'Roodpootvalk' is (weer terug) uit het slavisch geleend. Pools kopcic en R koptit’ betekenen: 'roeten, walmen, roken'.

Pools Kopciuszek is 'Assepoester' (asgrauw van het zwoegen), ook 'Zwarte Roodstaart'. Deze werkwoorden hebben betrekking op het ♂ van de Roodpootvalk, dat asgrauw van kleur is, als ware het beroet, en verklaren in ieder geval serv.-kr. Vjetrusa kopcic. R Koboez en/of pools Kobuz 'Boomvalk' is ws., evenals E Hobby 'Boomvalk', aan F (Faucon) Hobereau 'Boomvalk' (middelfransHobé2 <oudf Hobet1 2, Hoberel) ontleend (met de 'slavische' uitspraak van de aanvangs-H zoals ook in "Cholland" 'Holland'), en mogelijk delen pools Kobczyk (afleiding van Kobuz) en R Kobtsjik en Kobets dat verband. F Hoberel houdt op zijn beurt met het mnl ww. hob(b)elen verband (meer sub Oebellawerk en Zwemmer). Het lenen over en weer van Roofvogelnamen zal bevorderd zijn door het Valkeniersbedrijf.

Een semantisch verband met het oergermaanse woord voor Havik is nu moeilijk te leggen, aangezien de slavische Roofvogelnamen dus niet oerverwant zijn. Het viel trouwens bij de etymologische theorie hierover toch al op dat er nooit een betekenis genoemd werd. Het bleef altijd bij de veronderstelling dat Havik en Kobets formeel wel verwant zouden zijn.} Het beste alternatief is (nog steeds) van germ *haf(en *habbij toepassing van de Wet van Verner; zie Verantwoording: Termen) uit te gaan, waarbij idg *kap'grijpen' past [Suolahti 1909; FWH]. Deze wortels *hafof *havliggen ook ten grondslag aan de ww.en heffen en hebben. Idg *kapzit in Lat capio 'grijpen (vgl. ook sub Kets) en Gr kaptoo 'ik hap', begrippen die op de Havik van toepassing zijn. Er is ook Lat capus 'Havik' [AEW] {vDE wil idg *kapin verband brengen met Lat Accipiter 'Havik', maar volgens Coomans et al. 1947 ligt dit verband niet zo eenvoudig.} Lat gentilis moet hier vertaald worden met 'edel' (vgl.

F gentilhomme 'edelman' en E gentleman 'heer'), maar betekent in het Lat 'stamverwant', van Lat gens 'geslacht, (volks)stam'; voor Lat genus zie de etymologie van koning sub Koningsarend. Zie ook sub Edelvalk.

1 E Hawk is een algemene naam voor verscheidene soorten Roofvogels; idem Am Hawk. Welsh Hebog 'hawk, falcon' [Lewis 1992], ouder Hebauc, is uit het E geleend, evenals iers sebocc 'Havik' [FWH].
2 Oud/middelfrans Hobet de haie (E Hedge Hawk) was de naam voor de Sperwer, een felle Roofvogel die niettemin voor de Valkenjacht wegens ongehoorzaamheid vrij waardeloos was (vgl. sub Zwemmer). Boomvalk en (de in West-Europa zeer zeldzame) Roodpootvalk waren dat ook. Mogelijk is Hobet de haie de basis geweest voor E hobbledehoy 'jongeling in de vlegeljaren, slungel' [Weekley 1967].