Friese volksnaam voor de Kauw (daarnaast is Alk dus de officiële friese naam voor de Alk (zie Alk (1)). Verwante namen zijn nederduits Aleke, Alke, Aelke (Gesner 1555) <mnd Aleke, Alleke (>deens Allike en zweeds Alika, Allika) [Suolahti 1909; De Vries 1911; Boer-Den Hoed 1956].
ETYMOLOGIE nederduitsAel(c)ke <mndAleke, Alleke, Alke [Falk 1910; Suolahti]. Al-, Al(l)e- of Al(l)i<Ale <Adelheid (in fabels de naam voor 'kletsende' Kauw, "schwatzende Dohle"; als vermaak werd aan Kauwen geleerd te 'praten'; vgl. N Klapekster) + -k <-ke <-ka(a) 'Ka, Kauw'. De naam is dus de op twee plaatsen ingekorte weergave van *Adelheid (de) Kauw1. De opbouw van een dergelijke vogelnaam uit een persoonsnaam + vogelnaam zien we vaker: Hanska ('Kauw' in Groningen), Hanneka (Häpke z.j.), ook in het E, Jackdaw ('Jaap de Kauw') (ook: Magpie 'Margareth de Ekster', Robin Redbreast 'Robin Roodborst' etc.).
Misschien is fries ald Roek ‘Roek' een verbasterde analoge vorming (< *Ale Roek).
1 Suolahti 1909 beschouwt mnd Al(l)eke als "Koseform von Adelheit", dus -ke als verkleiningssuffix.
