Vogelgids van Vogelbescherming Nederland

Vogelbescherming Nederland 2009)

Gepubliceerd op 11-09-2017

Kleine mantelmeeuw

betekenis & definitie

De kleine mantelmeeuw leeft vooral aan de kust en in toenemende mate in het binnenland. Algemene broedvogel met kolonies op de Waddeneilanden maar ook op de Maasvlakte. In het Waddengebied en in de Zeeuwse Delta is het aantal kleine mantelmeeuwen het grootst. Bijna een vijfde deel van de totale Europese populatie verblijft in het voorjaar aan de kust van de Nederlandse Noordzee.

Geluid
Lager en nasaler dan zilvermeeuw.

Leefgebied
De kleine mantelmeeuw broedt vooral in kustgebieden zoals duinen, strandvlakten, kwelders, schorren en dijken, steeds vaker ook in graslanden met veel water. Broedt ook op gebouwen in steden en industriegebied om vossen te mijden. Meer dan 90 procent van de broedparen bevindt zich op de Waddeneilanden of in de Delta. Op de Maasvlakte bevindt zich een grote kolonie van zo'n 30.000 paren, vermoedelijk de grootste van Europa. Is vrijwel altijd in een groep aanwezig, samen met zilvermeeuwen en grote mantelmeeuwen. Zoekt eten op zee en maakt in de broedtijd lange tochten tot meer dan 100 km uit de buurt van de kolonie.

< >