Vogelgids van Vogelbescherming Nederland

Vogelbescherming Nederland 2009)

Gepubliceerd op 11-09-2017

Braamsluiper

betekenis & definitie

De braamsluiper is, zoals de naam wellicht al doet vermoeden, een vogel die meestal onopgemerkt blijft. Zo zingt de soort vooral de weken rond Koningsdag uitgebreid, en is hij de rest van het jaar bijzonder zwijgzaam. Erg bontgekleurd is de braamsluiper niet, maar slechts weinig vogelsoorten hebben zo'n witte keel; alleen de grasmus. Dat maakt samen met de uitbundige zang de braamsluiper niet zo moeilijk te herkennen voor wie er een meent te zien in het struikgewas.

Geluid
Zingt (alleen in zit) een snelle, klepperende ratel, vaak vooraf gegaan door een snelle, brabbelende zang met scherpe tonen. Meest gehoorde roep een korte tik, als twee steentjes die tegen elkaar aan worden geketst.

Leefgebied
Braamsluipers zijn het talrijkst in duingebieden met doornstruwelen en kleinschalig boerenland met veel heggen op kleigronden. Grote bosgebieden worden gemeden, in stedelijk gebied bewoont de soort (schaars) parken en tuinen. In de lage delen van het land wist de braamsluiper sinds ca. 1975 te profiteren van toegenomen beplanting in voorheen open gebied. Op de hoge gronden, daarentegen, ging broedgelegenheid verloren bij onder andere ruilverkavelingen.