Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Tabak (handel en soorten)

betekenis & definitie

Tabak (handel en soorten) - In totaal bestaan er ongeveer 700 soorten tabak. Amerika, vooral Noord-Amerika, levert vele belangrijke soorten. Deze worden genoemd naar den Staat, waarin het blad gekweekt wordt: Pensylvanië, Ohio, Wisconsin, Connecticut, Kentucky, Virginia, Maryland, Georgia of Florida. Ten einde licht gekleurd blad te krijgen, wordt in Noord-Amerika de tabak onder kaasdoek gekweekt, waardoor ongeveer 50 % schaduw ontstaat.

Van de beroemde Virginia tabak bestaan niet minder dan 36 sorteeringen, van Kentucky 28 en van Maryland 10. Seedlaf wordt in verschillende staten gekweekt (uit echte Havanazaden, echter buiten Cuba). De goedkoope Amerikaansche soorten worden in groote vaten verpakt, dekblad, omblad en omlegger daarentegen in kisten verzonden. De hoofdtypen van de Noord-Amerikaansche tabak heeten: Bright flue cured, Burley, Darkfired Kentucky and Tenessee, Dark Virginia, Cigar leaf en One sucker. Ongeveer 85 % van den Amerikaanschen oogst gaat naar Europa.

Cuba-tabak is een zeer belangrijke soort. Ruim J, groeit in de landstreek ten Z. van Havana, die Vuelto Abajo heet. Verder is de cultuur te Santa-Clara van groot belang, De Cubaansche tabak wordt meestal in vierkante balen, met schors omgeven, verpakt („seroenen”). Brazilië levert goedkoope soorten tabak voor sigaren en voor binnengoed. Bekende soorten zijn: Braziel, San Felix en Bahia (in het Hollandsch verbasterd tot „baai”). Vroeger ging de Braziliaansche tabak veel naar Duitschland, tegenwoordig wordt daar ook veel Java-tabak gebruikt.

Braziliaansche tabak wordt gewoonlijk verpakt in jute-balen. Men onderscheidt 11 soorten. Venezuela levert de bekende rooktabak „Varinas”. Van de overige Amerikaansche landen zijn van belang Mexico, St. Domingo, Columbia, Portorico en Canada (ondanks de Noordelijke ligging).

Europa levert, behalve enkele soorten sigarettentabak, alleen minder gewaardeerde soorten op. In de laatste jaren is er een sterke vraag naar sigarettentabak. Griekenland, Bulgarije, Italië, Joegoslavië, Frankrijk, Roemenië, Hongarije, Duitschland en Rusland nemen aan de productie deel. Ook in ons land worden op enkele plaatsen tabakskweekerijen gevonden. De kleine oogst gaat echter bijna uitsluitend naar het buitenland. (Amersfoortsche en Amerongsche tabak). In Afrika zijn van belang de soorten uit: Algiers, de Z.Afrikaansche Unie, Madagaskar, Kameroen en Egypte. Belangrijke hoeveelheden worden voorts geleverd door Azië. China levert reeds belangrijke kwantiteiten en Turkije is van ouds een tabaksland geweest, vooral voor sigarettentabak.

Ook Klein-Azië (Smyrna) exporteert veel. De kwaliteit is in de laatste jaren zeer verbeterd. Van de Philippijnen komt de beroemde Manillatabak, die de reputatie heeft van één der beste soorten ter wereld te zijn. Ook Japan begint als productieland mee te tellen. Groote hoeveelheden komen uit Ned. Oost-Indië, het is de bekende Java- en Sumatratabsk.

Deze soorten zijn voor ons van speciaal belang, omdat de oogst in Amsterdam of Rotterdam geveild en veel ervan binnen onze grenzen verbruikt wordt.

Reeds in de 17e eeuw hebben de Hollanders de tabak naar Java gebracht. Langzaam is de plant van dit eiland uit over den geheelen Archipel verspreid.

Op Java worden zeer uiteenloopende soorten verbouwd, zoowel het dure dekblad als het goedkoope binnengoed. De „bladtabak” wordt meestal onder Europeesch toezicht verbouwd en bereid; de „krossok” is een echt inlandsch product en wordt nog vaak met allerlei toevoegselen gearomatiseerd en gekruid. Ongeveer 45 % van de totaal productie bestaat uit bladtabak, 55 % uit krossok, welke ten deele ook geëxporteerd wordt.

De soorten worden genoemd naar de Residenties, waar ze geteeld worden. Beroemd is de tabak van Kedoe en de Vorstenlanden, die meestal in matten verpakt verzonden wordt. Met bepaalde letters wordt de kwaliteit aangegeven AA = bruin, AV = donkervaal, B = donkerbruin, CCV = lichtvaal. De vierde kwaliteit wordt aangegeven met den letter Z. Ongeveer 70 % van de productie komt in Nederland ter markt en wordt bij inschrijving verkocht. Sumatratabak is over de geheele wereld beroemd geworden; het blad is groot en lenig en geeft een prima dekblad.

In Deli heeft men de tabakscultuur op zeer moderne wijze ingericht. Het blad van de Sumatraansche tabak is buitengewoon breed. Er bestaat zelfs een modekleur, die gewijzigd wordt door min of meer sterk te „toppen". Veel topblad geeft schaduw en daardoor een lichtgetint zand- en voetblad.

Sumatratabak wordt sterk samengeperst en in matten verzonden. Het dekblad verliest bij deze wijze van expedieeren aan geur, maar dat schijnt niet te hinderen, omdat toch veel van het aroma van het binnenwerk wordt overgenomen. Ook hier worden de soorten naar de landstreek genoemd, men spreekt van Deli-, Langkat-, Serdang- en Asahantabak. De kleur wordt eveneens met een letter aangegeven L = licht, V = vaal, B = bruin, S == gespikkeld en X = stukblad. Britsch-Borneo levert ook tabak, die evenals Sumatratabak meestal te Amsterdam verkocht wordt.

De voornaamste tabaksmarkten zijn: Bremen, Amsterdam, Hamburg, Rotterdam, Londen en Liverpool.

Sommige landen hebben een tabaksregie bijv. Frankrijk, Oostenrijk, Spanje en Turkije. Daar verkoopt de Staat de tabak. Gewoonlijk worden er mindere kwaliteiten tegen hooge prijzen geleverd. Sedert 1921 wordt in ons land tabaksaccijns geheven.