Bastaardvloek waarvan het eerste deel een verzachte vorm is van God. De rest van de vloek lijkt op een individuele, als geestig bedoelde taaldaad die zo eufemistisch is dat er geen enkele relatie meer is met de elementen verdoeme mij. De vloek werd mij toegezonden door een correspondent uit Lutten aan de Dedemsvaart. Deze schertsende uitroep verwoordt gevoelens van ongeduld, lichte boosheid enz.
Het emotionele karakter wordt inhoud gegeven door de klankexpressieve waarde van de donkere klinkers lal en lol. zie sakkerdemallemosterd(pot), selderdemosterd.
