(de, -s) uitglijder, blunder.
Hij herstelde de recessie van 1991, hij zorgde ervoor dat de Mexicocrisis van 1994 grotendeels binnen de grenzen bleef, hij behoedde de wereld van een systeemramp na de uitschuiver van het hefboomfonds LTCM in 1998. - FET, 26-10-2002
Ze omschreven de diefstal van de 1000 kilo koper als een ‘stommiteit’ en een ‘menselijke uitschuiver die hen wat zakgeld opleverde’. - LN, 22-10-2002.