Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

taalpariteit

betekenis & definitie

(de) <bnl.> gelijke vertegenwoordiging van Nederlandstalige en Franstalige werknemers vooral in bepaalde overheidsinstellingen en (semi-) overheidsbedrijven.

Ik heb ook tegen het wetsontwerp gestemd dat in Brussel toegevoegde rechters buiten de taalpariteit om toelaat. - DM, 18-07-2002.