Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

schof

betekenis & definitie

(het, schoven) schuif in een sluis, schot, lade.

Voor datzelfde fonds haalden onder andere Stephen Desberg en Swolfs al dan niet nieuwe projecten uit hun schof. - HV, 18-10-2001.

- in het bovenste schof liggen, een wit voetje hebben, een streepje voor hebben, in een goed blaadje staan schaft(tijd)

Voor de tientallen dokwerkers die er dagelijks hun ‘schof’ doorbrengen bijzonder goed nieuws. - LN, 15-02-2003.