Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

pagadder

betekenis & definitie

(de, -s) kwajongen, deugniet, guit, snaak, klein kind, dreumes, peuterklein kind, dreumes, peuter.

DE ‘PAGADDERS' Pagadder komt van het spaans ‘pagar', ‘pagador', betaalmeester. Pagaddertoren was hiervan een afgeleide nickname voor de uitkijktorens aan de Schelde. De pagadders waren en zijn Antwerpse bengels.