Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

malheur

betekenis & definitie

(de, -s) ongeluk, gebrek, tegenslag, ellende, last.

Het derde malheur dat cafés volgens Gonissen zou nopen tot sluiten, de nieuwe regeling op de caféspelen, vindt De Bauw een holle stelling. - DM, 31-07-2002.

- permalheur, toevallig, per ongeluk.
- een malheur doen, een ongeluk begaan.