Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

impermeabel

betekenis & definitie

(de, -s) regenjas van waterdichte stof

Wellicht durfde hij zich aan een dergelijk verzoek niet te onttrekken en zal hij zich dan, met die pretoogjes van hem, besmuikt lachend en schutterig in de kraag van zijn onafscheidelijke impermeabel hebben verschanst. - DM, 11-07-2001.

Hadden we het niet gesnoven: na de heetgebakerde praatjes van de man van Melle (lees Mèle) op het BRTN-programma Schalkse Ruiters kon het niet lang duren of Vlaanderen was vergeven van de Melle-klonen (lees imbecielen). Beige impermeabel, walrussnor, berig. - BvL, 21-02-1997.