klassiek philoloog, geb. 3 Juli 1843 te Stettin, werd 1868 buitengewoon, 1870 gewoon hoogleeraar in Greifswald, 1872 in Straatsburg, 1885 in Breslau, waar hij1 8 Aug. 1889 overleed. Hij schreef: De canticis Plauti7iis (1864), Analecta Liviana (met Th.
Mommsen, 1873), bezorgde een uitgave van Gajus (met Krüger), Aiiecdota graeca (1886).